Na de uitstap naar Granada doen we enkele dagen kalm in onze rustige B&B. Beetje luieren op ons terras en zwemmen aan het zwembad. Nadat we eerst van de heerlijke en overvloedige ontbijten genieten.

Daarna rijden we eens naar het kustdorpje Rincon de la Victoria. Dorpje aan de kust waar op deze moment de Fiesta’s del tapa plaatsvinden. Veel lokale bevolking hier, weinig buitenlandse toeristen. Echt nog zo’n Spaans vakantiedorpje aan de kust. We genieten hier van enkele cana’s, Copas de vino en natuurlijk tapa’s.

Bij het terugkomen van Rincon begint het lampje van het motormanagement van onze huurauto te branden. We beslissen dan maar om naar het verhuurbedrijf aan de luchthaven te rijden en daarna een bezoek aan Malaga te brengen. Onze huurauto wordt gewisseld en we krijgen een upgrade naar SUV (Nissan Qashqai). Niet slecht.

Naar Malaga waar we na het parkeren onmiddellijk aan een klimtocht beginnen naar het kasteel Gibralfaro. Was niet echt voorzien maar we stijgen op korte tijd naar een hoogte van zo’n 220 meter. Redelijke inspanning en ook nog eens terug naar beneden. Hoog tijd voor een verfrissing en een tapake. Geen gebrek hieraan in Malaga Centro.

Slenteren door de straten van Malaga, zeker niet verkeerd. Weer heel gezellige stad, anders dan Granada, maar zeker niet minder of meer. Ook allemaal verkeersvrije straatjes, grote en kleine. De binnenstad is redelijk groot. Je blijft hier wandelen.

‘s Avonds stoppen we in Rincon de Victoria en gaan daar eten. We proberen hier eens de Espetos. Zijn sardientjes geroosterd op een spie. Het roosteren gebeurd op een vuur dat gemaakt word in een oude boot. Typische Andalusische traditie. De Sardientjes zijn heerlijk.